
Een dochter verzoek de rechter om een bewind in te stellen over het vermogen van haar moeder. Deze moeder is als gevolg van haar lichamelijk en geestelijke toestand niet meer in staat om haar vermogensrechtelijke belangen waar te nemen. Ter zitting wordt er een levenstestament overlegd. De moeder heeft haar beide dochters (verzoeker en verweerder) tot gevolmachtigde benoemd.
Levenstestament voorziet in onbehoorlijke vertegenwoordiging
Volgens de kantonrechter is er door het levenstestament geen rede om een bewind uit te spreken. Er kunnen zich omstandigheden voordoen om alsnog een bewind uit te spreken. Bijv. financieel misbruik, verwaarlozing of het feit dat moeder een gevaar vormt voor zichzelf en haar omgeving. Deze omstandigheden zijn niet aangevoerd. Dat de onderlinge verhouding tussen de gevolmachtigden slecht is, is onvoldoende grond voor het instellen van een bewind. Het levenstestament biedt oplossingen in het geval een van de volmachtgevers zich niet houdt aan de inhoud van het levenstestament.
De kantonrechter wijst het verzoek af om een bewind in te stellen. Een geschil tussen de gevolmachtigden is geen rede voor het instellen van een bewind.
Bron: ECLI:NL:RBNHO:2017:474